Bij één van mijn eerste werken deed ik bouwtoezicht, waaronder ook hei-toezicht.

Tijdens het heien waren er heel veel palen stuk gegaan door rotzooi in de grond: oude kabels en leidingen, stukken fundatie, noem het maar op. Als er dan weer een paal stuk was geheid, ging ik naar de keet (dit was nog voor het mobiele tijdperk), belde met de architect en overlegde waar de paal dan terecht zou moeten komen. Uiteindelijk was zo’n 25% van de palen stuk geheid, dus er werd besloten om “hamertje tik” te doen: met een tikje op de paal worden de geluidsgolven gemeten en als er een breuk is, stoppen de golven. Dus zolang de golflengte hetzelfde is als de paallengte, is er niets aan de hand.

Ik weet nog goed dat die mannen langskwamen, de tekening openvouwden en vervolgens een blik over het veld wierpen en zich afvroegen of ze wel goed zaten. Zij waren namelijk op pad gestuurd met de oorspronkelijke tekening. Maar op sommige plekken was het pas bij de 3e of 4e paal gelukt om die te heien zonder breuk. En als je dan in een veld staat waar je circa 100 palen verwacht en er steken 125 paalkoppen boven het maaiveld uit, kan je de verwarring wel begrijpen. Omdat ik bij elke paal aanwezig was geweest en wist welke kant we allemaal op waren gegaan, kon ik aangeven welke de goede zouden moeten zijn.

Maar dit illustreert wel wat het gevolg is als je buiten aan het bouwen bent en je hebt niet de juiste informatie op tekening. Je moet dan terugvallen op mensen en hun geheugen. Naast dat dit inefficiënt is, heb je hierdoor ook meer kans op fouten.

Dit is voor mij wel de basis (of om in het thema te blijven: de fundatie) geweest van mijn missie om informatie management binnen bedrijven te optimaliseren. Je bespaart daar heel veel tijd en geld mee!